• 'Would we sell our soul for total control?', Rinus Bakker uit Zichtlijnen 67, november 1999

    Veiligheidsaspecten van showcontrol Showcontrolsystemen hebben net als alle vormen van automatisering een grote aantrekkingskracht: het lijkt alsof er veel meer mogelijk wordt terwijl de hoeveelheid werk afneemt. Toch moet men zich door dit soort innovaties niet laten verblinden.

    Computers zijn niet minder feilbaar dan mensen en communicatiestoornissen tussen computersystemen die ieder hun eigen taal spelen komen minstens zo vaak voor als in onze dagelijkse, verbale communicatie.

    Veiligheid moet ook bij geïntegreerde automatiseringssystemen altijd een hoge prioriteit houden - maar in dit opzicht zijn de zaken in Nederland slecht geregeld. Waar eenduidige normen zouden moeten gelden heerst verwarring en waar de ontwikkelingen steeds sneller gaan zijn velen die beslissingen moeten nemen of die zelf met de systemen moeten werken slechts gebrekkig op de hoogte.

    De techniek die wordt toegepast rond het podium wordt evenals in andere sectoren van de samenleving steeds meer beheerst door rekenmachines (computers, ook wel bekend als 'Rechner' of 'ordinateurs').

    Rekenmachines die het licht regelen zijn al heel gewoon, en inmiddels is ook de ontwikkeling op gang gekomen om het geluid te (helpen) regelen. Lasers en vuurwerk draaiden al veel langer met computersturing, en van recentere datum is de invoering van computergeregelde sturing van hijswerkzaamheden. Voor electrotakels werden rond 1985 door Skjønberg Controls de eerste geautomatiseerde stuursystemen ontwikkeld voor grote toerende rock'n'roll-shows, zoals die van Tina Turner, Gloria Estefan en Prince.

    Automatisering in het theatertechniek-systeem kwam ook begin jaren '80 op gang in onder andere de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, maar meestal gebeurde dit in samenhang met zeer grote en of 'langstaande' producties, zoals de grote musicals van Andrew Lloyd Webber. In theaters waren de trekken soms al wel gemechaniseerd: dat wil zeggen uitgerust met electrische of hydraulische aandrijvingen.

    Showcontrol kunnen we simpelweg definiëren als: een centrale rekenmachine die direct in verbinding staat met alle andere bij de voorstelling of productie betrokken rekenmachines en deze aanstuurt. En de rekenmachine die we de functie van 'showcontroller' geven staat direct ter beschikking van de regisseur of zijn eerste technicus, zonder tussenkomst van al die andere ('onberekenbare') technici...

    Betrouwbaarheid versus snelheid
    Hoe integreren we nu het (hopelijk inmiddels meer dan latente) veiligheidsbewustzijn in de te stellen eisen aan de betrouwbaarheid en de veiligheid van showcontrol? Absolute veiligheid bestaat nu eenmaal niet, dus wanneer noemen we de mogelijk resterende bugs in software van een voor de branche (of voor de Arbeidsinspectie, voor de verzekeraars, voor het publiek) aanvaardbaar risiconiveau? En welke juridische maatregelen nemen we om de grove nalatigheden bij de software-ontwikkeling, niet op voorhand met allerlei 'disclaimers' buiten de Product-Aansprakelijkheids-wetgeving te laten vallen?

    Bij elk product horen bepaalde garanties, ook bij besturingscomputers. En voor elk product zal een heldere gebruikershandleiding beschikbaar moeten zijn. Ook moet er voldoende tijd worden ingeruimd voor onderricht en instructie. Er zijn immers heel grote bedragen mee gemoeid, maar ook relatief grote risico's in het spel.

    Het eerste gevaar waarmee we te maken hebben is de taal zelf. De programmeertaal en de communiceertaal zijn niet bij alle computers hetzelfde, denk maar aan de besturings-systemen van Apple, Unix, DOS/Windows, Windows-NT, IBM-OS/2, en meer recent Linux, BeOS enzovoort.

    Als er in de gewone 'mensentaal' al heel veel communicatiestoringen optreden doordat men elkaar niet of niet goed verstaat, hoef je niet al te veel fantasie te hebben om de mogelijke 'zwetserijen' tussen computers mis te zien lopen. En dan hebben we het nog niet eens over de verschillende versies van de diverse 'denktalen': er komen telkens nieuwe en verbeterde versies van die computerdenkwijzen op de markt, maar niet iedere gebruiker koopt meteen de laatste 'bugsverzadigde' versie. Misschien is wanneer het op veiligheid aankomt wel raadzaam om ook eens een keer te onthaasten.

    Registraties of metingen die de veiligheid in gevaar brengen zullen door de riggingbesturing vrijwel zonder uitzondering tot een stilstand in handelen leiden. Accepteert de rekensleutel van de showcontrol dat - en legt die vervolgens de hele voorstelling plat?

    Welke criteria voor het meten van fouten en welke bandbreedte voor allerlei soorten van fouten stellen we vast? Een te ver doorgelopen takel hoeft geen veiligheidsrisico te vormen, maar een belichter kan daarmee wel erg gehandicapt raken, en op basis daarvan een correctie wensen die niet strookt met de andere handelingen in de uit te voeren bewegingen, waardoor op dat moment juist wel veiligheidsrisico's ontstaan.

    Foutmeldingen in gewicht, positie, snelheid enzovoort dienen in de praktijk onmiddellijk te leiden tot 'stop' - een stop die niet gebaseerd is tekortkomingen in de uitvoering, maar op veiligheid.

    Harde eisen en variabele inzichten
    Wanneer er een persoon na de pauze moet worden gehesen aan een trek die daarvoor in een ander changement werd gebruikt, vereist het Arbo-Handboek voor Theater een andere veiligheidsfactor. Dus de lastmeting moet dan anders worden ingesteld qua alarmering/afschakeling enzovoort. In een geval van een normaal vak is een V-factor van 10 op de roedekabels (of takelkettingen, dat is in die norm niet apart gedefinieerd!) vereist. Worden er echter personen gehesen, dan wordt er een factor 18 genoemd.

    Kennelijk wil men er maar niet toe overgaan om simpel en logisch te redeneren in de clubjes die dit soort regels bedenken. Een gerenommeerd installateur als Stakebrand houdt vast aan de stelling dat zijn trekken niet ontwikkeld en ontworpen zijn om mensen te hijsen, en feitelijk heeft hij daar volledig gelijk in. Maar dat we geleidelijk eens duidelijkheid moeten scheppen in de chaos van mistbanken, struisvogelzand en orakelende wijzen komt vooral door het tekortschieten van de branche zelf. De Commissie VGWT, zij sleept zich moeizaam voort, gespeend van enig werkelijk inzicht.

    Recente ontwikkelingen geven aan dat er een enorme discrepantie is tussen de ontwikkelde kennis bij leveranciers van installaties, de wettelijke kaders waarbinnen deze geleverd worden en het niveau waarop de gebruikers voorgelicht worden door de hen vertegenwoordigende instanties.

    In de VS heeft de Esta als club van fabrikanten en leveranciers het voortouw genomen om te komen tot normering, onder meer door het stellen van minimale schriftelijk vastgelegde eisen aan veiligheid en uitwisselbaarheid, en door deze eisen deze ter goedkeuring voor te leggen aan de landelijk georganiseerde 'normalisatieclub' Ansi, vergelijkbaar met het NNI in Nederland. De Usitt, vergelijkbaar met de VPT in Nederland, is wel zo wijs om deze normeringspogingen te volgen. Immers: als het van de individuele techneuten in de entertainment moet komen zal het nog wel honderd jaar duren voordat er norm is. In ons vak heerst nu eenmaal een extreem hoge 'eigenwijsheidfactor' - schrijver dezes is in dit opzicht bepaald geen uitzondering.

    Hoeveel leden van de VPT zouden een abonnement hebben op een tijdschrift als Aandrijven & Besturen, waarin de in de industrie toegepaste equivalenten van de meet- en regeltechniek aan de orde komen? Wie van de directeuren van de Nederlandse schouwburgen en theaters heeft ooit kennis genomen van de behoefte aan standaardisatie in technologisch opzicht? Welke van de adviseurs in theater is inmiddels 'het zijzwart' ontgroeid en heeft zich al verdiept in de toepassingen virtuele beeldtechniek of in de automatisering van veranderingen van instellingen van licht, geluid en decor? En met dat laatste worden uiteraard niet alleen de trekken bedoeld, maar ook horizontale bewegingen op de vloer, of verticale bewegingen van de vloer (hefpodia).

    Laten we eerlijk zijn: we zijn er inmiddels net achter dat we wat betreft lichtregeling een behoorlijke puinhoop overgehouden hebben. Elke leverancier of fabrikant kon in het theater zijn eigen systeem 'planten', zonder dat er ook maar iemand of iets (adviseurs, hoofden TD, inspiciënten, directies, Arbeidsinspectie, VPT, CvA, VSCD, Cie-VGWT, VNT enzovoort) geëist had dat er eerst in een goed, veilig en betrouwbaar uitwisselingsplatform (conversie-programma) met andere vergelijkbare apparatuur moest zijn voorzien. Het is zoiets alsof je zou zeggen: 'Je kunt in elke schouwburg een ander voltage aan stroom verwachten'.

    Het normaliseerwerk van Esta is vooral gericht op het verminderen van de chaos in lichtregel-land. Nadenken over rigging die geheel automatisch gekoppeld is aan de regeling van het licht vindt tot nu toe eigenlijk alleen plaats in kleine discotheken. De grote toonaangevende hebben tegenwoordig vaak niet alleen maar een DJ en een VJ maar ook een LJ ('light-jockey') en een MJ ('motion-jockey'). Ook daar kan niet één man meer alles, en ook daar wil men 'voorstellingen' die het publiek kunnen boeien.

    Mooie lichtontwerpen in het Nederlandse theater zullen ondergeschikt blijven aan de beschikbare technische programmeer- en stel-tijd voor het bouwen voor de voorstelling van diezelfde avond. Kortom het principe van de reizende voorstelling houdt op zich al een concessie aan de kwaliteit in.

    Doen we nu in datzelfde kader ook concessies aan de veiligheid omdat we zo nodig geautomatiseerd moeten gaan hijsen, en dat ook nog weer eens vastknopen aan een showcontrolsysteem? Kortweg, maar luidkeels: Nee!

    Risicoanalyse, tradities of 'het gevoel'
    In de risico-analyses van een installateur als Stakebrand kan worden aangegeven dat binnen de te stellen randvoorwaarden het hijsen van personen aan een geautomatiseerde theatertrek wel degelijk mogelijk is. Echter de wettelijke beperkingen en de juridische voetangels en klemmen staan hem niet toe dat ook werkelijk te doen.

    Waarom kunnen dit soort regels voor binnen het theater in de VS (Esta), in het Verenigd Koninkrijk (ABTT) of in Duitsland (VBG-70) wel tot stand komen en blijft het in Nederland bij een vage regelgeving?

    De leveranciers van de installaties ondervinden weinig tot geen steun van de gebruikers, in de vorm van actief meedenken en ontwikkelen. Ze moeten vooral opboksen tegen buitenstaanders (Arbeidsinspectie en Arbo-diensten, die zich decennia lang niet om theater hebben bekommerd).

    Als vooraanstaande vertegenwoordigers van de klanten/gebruikers nog steeds blijk geven van een onverholen voorkeur voor de technologie van paard, wagen en touw is de kans op het meedenken bij en ontwikkelen van veiligheidseisen voor software en toepassing van regelsystemen voor bewegingscomputers ('motioncontrol') wel heel erg minimaal.

    Binnen de motioncontrol is het hijsen een zeer belangrijk en risicovol onderdeel, en dus niet zo voor de hand liggend binnen een systeem van een centrale 'top-down'-computer ('showcontrol') die ook dit hijswerk aanstuurt, maar zich niet in eerste instantie op veiligheid zal baseren. Te lang vrijblijvend praten over de techniek ('technopretentie') is iets anders dan de feitelijke kennis van techniek ('technologie'), en met de enorme toename in complexiteit zal het steeds verdergaande technisch specialiseren ook binnen het theater een onontkoombaar proces worden.

    'Vliegen' met showcontrol?
    Wat is software?

    De meest simpele definitie van software is: 'Een verzameling van digitale bugs, met opzet bijeengebracht voor een bepaald doel, die niet onmiddellijk vastloopt (maar daar even de tijd voor neemt).'

    Vastlopen is niet wenselijk in een omgeving waar erg veel onderlinge digitale communicatie plaatsvindt.

    Wanneer laten we de showcontrol doorlopen bij een storingsmelding, of wanneer stopt welke discipline de overige disciplines wanneer de riggingcomputer een foutmelding geeft? Telt een doofmakende 'rondzinger' in het geluidssysteem even zwaar als een falende kleurencombinatie (is er überhaupt wel feedback in een lichtcomputer, meet en weet dat ding dat een lamp of kleurenwisselaar het niet meer doet, of dat er een groen in plaats van blauw filter voor de lens staat?) of als een 'te zwaar hijsende' rigging-computer?

    Voor riggingsturing (als belangrijk onderdeel van motioncontrol) is het niet meer dan logisch om:

    1. Te inventariseren wat er nu op de markt is.
    2. Vast te stellen wat de minimale eisen zijn qua veiligheidsvoorzieningen en besturingsdata in de hardware en de software. Dus praten met de leveranciers en dan met de Arbeidsinspectie! (Dat is schrikken voor de laatstgenoemde, want daar is meedenken niet de eerste opdracht!)
    3. Vast te stellen wat de bandbreedtes/toleranties zijn bij het meten van de gevaren die de veiligheid bedreigen en eveneens vast te stellen hoe de controle daarop (en ook op de automatische reacties) geregeld wordt.
    4. Vast te leggen wat een standaard-protocol of conversietaal zal moeten zijn voor data-uitwisseling met andere systemen of merken.

    Het zal met dit soort van motioncontrol-systemen net zo worden als met de oudere handgeregelde synchroonbesturingen en PLC's enzovoort. Als de leverancier zegt dat het volkomen veilig is, neem dan de plaats in van de absoluut domste van de klas en probeer het dingt bewust vast te laten lopen of stuk te krijgen: als dat niet lukt spreken we echt van 'foolproof'. Zolang de opleidingen in onze bedrijfstak zo slecht geregeld zijn als nu, zullen we maar al te vaak ervan moeten uitgaan, dat op een bepaald moment er de mogelijkheid bestaat dat de 'fool' inderdaad aan de knoppen zit!

    En wat dan?

    Zorg dat de 'standaard van denken en handelen', voorafgaand aan het overlaten van het werk aan een computer wordt:

    1. Wat als...?
    2. Hoe groot is de kans daarop?
    3. Hoe ernstig zijn dan de gevolgen?
    4. Hoe kan ik ingrijpen om de kans te verkleinen?
    5. Hoe kan ik de ernst van de gevolgen minimaliseren?

    En laat de werkgever, de Arbeidsinspectie, de verzekeraar (en de eigen partner) goed op de hoogte zijn van de beslissingen die aldus worden genomen. Heeft een van hen tegen die beslissingen weloverwogen bezwaren...?

    Verder lezen

    1. Handboek Arbo- en Verzuimbeleid voor Organisaties in de Podiumkunste
    2. Flying (ABTT)
    3. VBG-70 Unfallsverhutungs-Vorschriften
    4. Commissie. VGWT, Norm 2: Norm mechanisering trekkenwand theaters

    Verder surfen

    Terug

LID WORDEN