De samenstelling van de stoffen is gewijzigd, maar het zijn vooral de veranderde aard en omvang van voorstellingen en evenementen die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van theaterdoek. Zichtlijnen ging te rade bij een aantal ondernemers in theatertextiel.
Of het nou bezuinigingen zijn, een nieuwe artistieke of zakelijke leiding of fusies tussen theaters en gezelschappen; invloeden van buiten zijn altijd voelbaar op de werkvloer. Hoe veranderen externe factoren het bestaan van theatertechnici?
De laatste van vier driehoeksborden komt bij het pontje. Bas van Koetsveld (47 jaar) heeft er met de heftruck eerst een blok beton van een kilo of 1000 neergelegd.
Na de line-check achter de tafel en een rondje luisteren in de zaal met de iPad vraagt Arne Bock aan de bassist of die de microfoon van de percussionist wat beter op het instrument wil richten...
Leeuwarden en eigenlijk heel Friesland zijn culturele hoofdstad van Europa. In het dossier drie verhalen uit deze provincie: De alleskunners van Tryater, theater in een tomatenkas en de hybride trekkenwand van het Posthuis Theater.
Paul van Schaik wil technici blij maken met zijn uitvindingen. Een daarvan, de RF-toolbox, was goed voor de winst bij de publieksprijs voor innovatie op de CUE 2018. Uitdagingen zijn er volop, Van Schaik verzint er graag de oplossingen bij. “Simpeler is beter.”
De trekkenwand barst van de creatieve mogelijkheden. Maar worden ze ook gebruikt? Operators die de grenzen van de machine kennen zoeken die ook op. Toon de Vries is er zo een. “Mijn record is 14.000 bewegingen.”
Het grote doorzichtscherm is omgehangen. Daniël Suijkerland (38) trekt het vanaf zijn vaste plek op het linkerzijtoneel even de kap van het Zaantheater in. Dan hangt het niet in de weg bij het inhangen van het licht.
We proberen het gewoon
Drie jaar na het voltooien van hun opleiding slepen Neal Groot en Koen Steger voor de neus van gerenommeerde ontwerpbureaus een prestigieuze opdracht binnen: het decor voor het tv-programma Zomergasten. “Een enorme kans om onszelf te laten zien.” I Tekst: Rebecca van Vuure I
Een hoofd techniek van 17
Nog voordat jonge mensen een opleiding podiumtechniek kiezen kunnen ze op veel middelbare scholen al ervaring opdoen met moving heads, rigging en zenderproblematiek. Leerlingen leggen zelf de lat heel hoog, zoals op het Gerrit van der Veen College. I Tekst: Coen Jongsma I
”Dus je maakt alles zelf?”
Stel vier scenografen die nog niet zo heel lang geleden zijn afgestudeerd dezelfde vraag en ze geven alle vier een geheel ander antwoord. Hoe kijken ze naar hun vak, hoe verhouden ze zich tot de techniek? En hoe ontwerpen ze hun toekomst? I Tekst: Rebecca van Vuure I
Hijsinstallatie als hightech 3D-illusie
Voor een groots 3D-effect moet je het brein goed voor de gek houden. Live Legends bedacht daarvoor een slimme interactie tussen licht, decor en videoprojectie – geholpen door een realtime content engine en een extra zware mediaserver. TEKST: ERIC DE RUIJTER
In de ban van de selfie
Smartphones zijn multifunctionele devices van steeds hogere kwaliteit. Bij True colors doen ze dienst als camera voor een geprojecteerde livestream. Een ingenieuze zet, zo lang je ze op de juiste manier in toom weet te houden. TEKST: NICK KIVITS
Projectie-proeftuin
“Experimenteren met videotechniek is zó belangrijk”, zegt directeur van BeamSystems Jozef Heij. Maar waar kun je dat nog doen? Om die leemte te vullen, besloot Heij met enkele partners uit de branche een proeftuin voor theatermakers te openen. Welkom in het Performance Tech Lab. TEKST: COEN JONGSMA
Aggregaten op het strand
Jaarlijks steken er tijdens Oerol zo’n 50.000 mensen de Waddenzee over naar Terschelling, dat zichzelf dan graag het grootste podium ter wereld noemt. Zichtlijnen sprak met de toneelmeester ervan, David Jansen. “De wind onderschatten we nooit.” I Tekst: Rebecca van Vuuren I
Buiten binnen de normen blijven
Festivals in de buitenlucht geven geluidsoverlast. Maar slimme meetsystemen kunnen precies vertellen hoe de geluidsproductie binnen de normen te houden is. I Tekst: Jorg Schellekens I
Tweehonderd ton in een tent
Lowlands, hét toonaangevende zomerfestival in Nederland, bestaat 25 jaar. En dat is een mooi moment om te reflecteren. Twee nieuwe tenten en een nieuwe terreinindeling zijn het gevolg. Zichtlijnen kijkt alvast onder het tentdoek door. I Tekst: Koen Koch I
Kris Verdonck is beeldend kunstenaar, architect en theatermaker, die naam maakt met heftige, donkere projecten. “De techniek is het begin- en eindpunt en dicteert de rest”, zegt zijn technische man. Eric de Ruijter bespreekt Verdoncks recente werk.
Eind januari 2017. In Theater Castellum in Alphen aan den Rijn is de VPT-vakmeeting Hijstechniek. Gastheer en Zichtlijnen- collega Koen Koch (midden), die dit jaar zijn 25-jarig jubileum in het vak beleeft, loopt aan het eind van het ochtendprogramma even naar het zijtoneel, waar technici Sander Visser (links) en Jeroen van Dort (rechts) achter de knoppen van de toneelinstallaties zitten.
Als grenzen verleggen de essentie van cabaret is, dan hield Micha Wertheim zich daar met zijn laatste show perfect aan. Want: hij was er niet. Zijn technici maakten samen met het publiek de voorstelling. Dat betekende naast licht, geluid en decor soms óók crowd control.
Het Nederlandse theaterlandschap heeft er een opvallende heuvel bij. In Emmen opende het ATLAS Theater. Coen Jongsma kijkt achter de schermen en noteert enkele primeurs: een hybride portaalzone en een douche bij het laadperron.
Ze bezorgen pizza’s, verjagen vogels en zijn de kekke opvolgers van radiografisch bestuurbare vliegtuigjes. Maar theatermakers zouden geen theatermakers zijn als ze voor drones geen kunstzinnigere toepassing zouden bedenken. Eric de Ruijter duikt in deze vliegende techniek boven het podium.
Een treinreis van drie dagen via een geheime route door Europa met musici, theatermakers, schrijvers, films en intellectuelen. Een fantastische combinatie – en productietechnisch een ongekende uitdaging. Hoe je met te weinig tijd, te weinig geld en te weinig slaap met zevenhonderd mensen door Europa reist.
Het Rotterdamse poppodium Annabel opende in november 2015 de deuren, zónder subsidie. Leonor Faber-Jonker sprak hoofd techniek Jeroen van Dorsten over de technische faciliteiten van het grondig gerenoveerde podium. ‘Eens in de drie, vier maanden hangen we alle lampen anders, alsof je een kerstboom opnieuw optuigt.’
In januari bespraken we 25 apps voor podiumtechnici. Daar ontvingen we veel positieve reacties op, daarom bespreken we er graag nog meer!
Om personages in een flits midden op het toneel neer te zetten fabriceerde Toneelgroep Amsterdam een razendsnelle draaideur. Twee grote wielen en een lineair geleider maakten een omwenteling in 1,4 seconde mogelijk. Maud Mentink ging kijken en sprak de eerste inspiciënt. ‘Bij een hogere snelheid ging de riem slippen op de tandwielen’.
Apps kunnen het leven van de technicus of ontwerper een stuk gemakkelijker maken. Het lijkt soms of iedereen de meest relevante apps al kent, maar bij navraag blijkt dat mee te vallen. Daarom hieronder vijfentwintig veel gebruikte apps.
In juni was er een VPT-themadag in de Efteling over showcontrol en gebouwbeheer. Die blijken in het sprookjespark in grote mate geïntegreerd.
Trackingsystemen zijn niet nieuw. Maar BlackTrax zou een grote nieuwe stap in de ontwikkeling kunnen betekenen.
Licht en multimedia hangen in het Scheepvaartmuseum aan een omvangrijk showcontrol systeem. Een kleine vierduizend armaturen en enkele honderden videoplayers, projectoren, beeldschermen en touchscreens worden hiermee aangestuurd. Een innovatief railsysteem voorziet alle apparatuur van spanning en elk spotje van DMX.
Een broodrooster die kan rijden en tegelijk toast kan afschieten, een gamecontroller die beweging herkent, het licht bedienen met een iPad. Met dat soort dingen houdt acteur en slapstickspecialist Neal Lewis zich bezig. Hij bestuurt objecten en koppelt ze aan acties, gebeurtenissen en menselijke beweging.
In een land van regen en rivieren is het geen wonder dat theatermakers graag met water werken. Verwonderlijk is eerder dat er nog geen technische handleiding voor bestond. Zinzi Kemper heeft nu in zijn scriptie voor de Theaterschool in Amsterdam alle informatie over het werken met water bij elkaar gebracht. Dit artikel gaat over de belangrijkste do’s and don’ts, de volledige scriptie staat op de website.
Dit is het tweede artikel over showcontrol. In het eerste deel (ZL 128) zijn begrippen geïntroduceerd zoals centrale en decentrale showcontrol, open loop versus closed loop, de verschillende topologieën, protocollen en ethernet. In deel twee: wanneer gebruik je showcontrol, hoe zit het met tijdsplanning, medewerkers en budgettering, en welke showcontrollers zijn er? De twee artikelen vormen samen een inleiding op het onderwerp naar aanleiding van de presentatie over showcontrol die Rutger van Dijk van Rapenburg Plaza vorig jaar gaf voor technisch producenten.
Barney Broomer is een duizendpoot en een specialist. Hij is thuis in geluid, video, programmeertalen en draadloze verbindingen. Zijn jongste project is Cosmic Sensation, een grote koepel waar geluid, licht en beeld reageren op kosmische straling.
Van showcontrol weten veel mensen een klein beetje en een paar mensen alles. Rutger van Dijk hoort bij de laatste. Tijdens een studiedag gaf hij een uitgebreide presentatie, als inleiding op het onderwerp. Dit is het eerste deel van het verslag, in de volgende Zichtlijnen deel twee.
Noorderzon staat voor theater, muziek en multimedia. Het hart van het festival ligt in het Noorderplantsoen. Rond het park is het verrassend stil. En natuurlijk is duurzaamheid een thema. Coen Jongsma sprak met hoofd techniek Patrick Binee.
Eindelijk initiatief voor belangenvereniging Het gaat iedereen treffen. Theater, televisie en radio, maar ook popfestivals, musicals en sportwedstrijden.
Op elk podium van opera tot rock ’n roll zie je ze, de poten, friezen en achterdoeken, kortom de afstopgordijnen. Of liever gezegd: je zou ze eigenlijk niet moeten zien. Want ze zijn niet voor niets zwart. Maar is zwart wel zwart? En is zwart textiel steeds ‘onzichtbaar’?
In Arnhem komt het Nationaal Historisch Museum, pal naast het Openluchtmuseum. Het nieuwe museum zal aan de hand van de historische canon gaan vertellen hoe het de mensen in deze rivierdelta vanaf de prehistorie is vergaan. Intussen maakt in Amsterdam de nieuwe directeur van het Theater Instituut Nederland zich op om het huidige onderkomen te verlaten. Hij richt zich op de realisatie van een nieuw Museum voor de Podiumkunsten. Dat duurt nog even, maar intussen gaat het Theater Museum alvast op reis. Tentoonstellingen door heel Nederland. In Hilversum kreeg de televisiegeschiedenis onlangs een prachtig gebouw voor Beeld en Geluid op het Mediapark. Het Filmmuseum komt over een paar jaar in een spectaculair gebouw in Amsterdam-Noord. Geschiedenis is in, verzamelen is hot.
Het Muziektheater in Amsterdam beschikt sinds enkele maanden over zogenaamde AGV’s, Automatic Guided Vehicles, of voor de taalpuristen onder u Automatisch Geleide Voertuigen. Daarmee heeft het theater zoals wel vaker een primeur in huis die ook voor andere theaters en theatermakers interessant is. Huub Huikeshoven geeft uitleg.
De Vakbeurs Theatertechniek, dit jaar voor de tiende keer georganiseerd, was een succes. Het tweede lustrum werd gevierd in de Scheldehal van Ahoy’ Rotterdam. De Statenhal van het Congresgebouw in Den Haag was niet langer beschikbaar en daar hoeft niemand rouwig om te zijn.
De sterren van de hemel, de kunst van het toneelspelen - Hans van den Bergh en Spanning in de buitenlucht - Lykle Hemminga
Showcontrol in attractiepark de Efteling
Met de regelmaat van de klok komt het weer ter sprake. Het heeft bijna iets geheimzinnigs: 'Heb jij er al eens mee gewerkt?' Velen hebben er ideeën over, sommigen praten er liever niet over. Er zijn zelfs enthousiastelingen die al preteneren een goed werkend systeem te hebben ontwikkeld.
Veiligheidsaspecten van showcontrol Showcontrolsystemen hebben net als alle vormen van automatisering een grote aantrekkingskracht: het lijkt alsof er veel meer mogelijk wordt terwijl de hoeveelheid werk afneemt. Toch moet men zich door dit soort innovaties niet laten verblinden.
Over synchroniteit, asynchroniteit en de menselijke factor
Showcontrol als geautomatiseerde stage-manager
Other Topics of Interest… Meetings of the OISTAT Commissions
De werkgroep Historie & Theorie van OISTAT-Nederland is voornemens om in 1998 een bijeenkomst te beleggen met theaterarchitecten, theaterconsulenten, theaterdirecteuren, decorontwerpers, regisseurs en theatertechnici, met als thema: van bouwput tot voorstelling.
Aangestoken door de hele hype rond het internet, heb ik een half jaar geleden een toegangsabonnement genomen om eens te kijken wat het allemaal om het lijf heeft, en vooral wat er op het gebied van theatertechniek te beleven valt.
Handleiding
Nu had ik al enige ervaring met modems en computercommunicatie via de telefoon, maar mijn vermoeden dat ik er zonder hulp niet makkelijk uit zou komen bleek helaas te kloppen.
Gek geworden door de terminologie (zoals PPP, TCP, FTP, UUCP, SLIP, WWW, URL en zo zijn er nog tientallen) besloot ik een boek te kopen en eerst eens rustig het een en ander door te lezen. (Een hele opgave voor iemand die gewend is handleidingen weg te flikkeren door klooien uit te vinden hoe iets werkt.)
Mijn grootste probleem was eigenlijk dat de provider (kom ik later op terug) XS4ALL, bij wie ik een account (internettiaans voor abonnement) heb indertijd blijkbaar geen idee had dat er zo iets als een Macintosh-computer bestond, en dat hij me dus ook niet aan software of informatie kon helpen. (Dit is inmiddels geheel veranderd en de ondersteuning is nu prima.) Doordat het internet het laatste half jaar zo ontzettend sterk gegroeid is, is een aansluiting tegenwoordig echter een stuk makkelijker te realiseren. De meeste providers leveren startpakketten met de software die je nodig hebt om zo snel mogelijk on line (= aangesloten) te kunnen zijn. De aanschaf van een goed boek is wel nog steeds van cruciaal belang om door te krijgen wat nou echt de mogelijkheden zijn (de hulp van een geduldige cyberjunk (= internetverslaafde) kan ook heel handig zijn.
Provider en account
Voor mensen die het internet alleen van horen zeggen kennen volgt nu een beknopte uitleg, daarna volgen mijn ervaringen met theater(techniek) op het net.
Er is al zoveel geschreven over het internet dat iedereen nu wel weet dat het hier gaat over een wereldwijd netwerk van miljoenen computers die via vaste of telefoonverbindingen met elkaar kunnen communiceren. Om met je computer thuis via de telefoon aansluiting te kunnen krijgen moet je een account openen bij een zogenaamde internet provider. Dit is een bedrijf dat over een of meer vaste verbindingen met het net beschikt, en jou via een modem toegang kan verschaffen tot deze vaste verbinding. Hiervoor heb je thuis alleen een modem en een zooitje software nodig; een account houdt in dat je van je provider een internetadres en een password (= wachtwoord) krijgt. Aan dit password kan de computer van de provider je herkennen als je opbelt, en via het adres weten andere gebruikers van het net waar je te bereiken bent. De kosten van dit alles beperken zich tot accountkosten (± f. 30,- per maand) en de kosten van het telefoneren naar de provider. (Als je dus een provider in de buurt kiest, bel je tegen lokaal tarief.)
Post
Goed, na wat gepiel ben je online zoals dat heet, wat nu? Om te beginnen kan je iemand E-mail (= elektronische post) sturen. Dit doe je met E-mail software: je typt een berichtje, geeft aan naar welk adres het moet (mijn adres is bijvoorbeeld sierk@xs4all.nl) en klikt (Mac en Windows) met de muis op send. De software stuurt nu het bericht naar de computer van de provider van de geadresseerde, waar het opgeslagen word in de mailbox (= postbus) totdat deze geadresseerde weer een opbelt (inlogt) om te kijken of er post voor hem/haar is. Met E-mail is het ook mogelijk elkaar files of programma’s te sturen.
De meeste communicatie op het net loopt via zogenaamde newsgroups en mailservers.
Een newsgroup is een verzameling vragen, antwoorden en berichten over een specifiek onderwerp, die verzameld worden in de computer van een provider en die je met speciale news-software kan lezen, en waar je een bericht, vraag of antwoord aan kan toevoegen. Er zijn momenteel newsgroups over zo’n 5000 verschillende onderwerpen (van “how to destroy the world” tot bonsai-boompjes). Een andere manier waarop veel van deze discussiegroepen werken is met behulp van een zogenaamde mailserver. Dat is een computer die alle berichten over een bepaald onderwerp, als je daar om vraagt, direct naar jouw mailbox stuurt. Dat doe je door een computer een E-mail te sturen met het verzoek je op de mailinglist (= verzendlijst) van het betreffende onderwerp te zetten. Jouw reacties kun je als E-mail opsturen naar het adres van de newsgroup. Een nadeel van mailservers is dat je mailbox – wanneer je hem een tijdje niet leegt – bomvol zit met berichten van over de hele wereld, die je misschien niet allemaal interesseren.
Voor het ophalen van files of software van andere computers maak je gebruik van het FTP (File Transfer Protocol) en van software die het data-transport voor je regelt. Het is bijvoorbeeld mogelijk om in te loggen in de computer van de fabrikant van jouw favoriete software, om zo de nieuwste updates (= bijgewerkte versies van de programmatuur) op te halen.
De chaotische structuur van het net vormt vaak een probleem bij het zoeken naar informatie. Hier zijn in de loop der tijd meerdere oplossingen voor bedacht (Gopher & Veronica, Archi, WAIS; men noemt ze search engines, zoekmachines), maar vaak is het zoeken naar informatie nog steeds een hele opgave. Voor een echte uitleg van dit geheel is Zichtlijnen veel te dun.
World Wide Web
Het nieuwste fenomeen op het net is het World Wide Web, oftewel WWW. Waarschijnlijk is dit web verantwoordelijk voor de spectaculaire groei van het aantal aansluitingen. WWW verschaft een zeer simpele en interactieve manier van navigeren op het net, met behulp van hypertext.
Hypertext is een manier om een elektronische pagina op te maken, zodat je door met de muis woorden of plaatjes in de tekst aan te klikken de software verschillende opdrachten kan laten uitvoeren. Als je via het WWW inlogt in een computer verschijnt er op je beeldscherm een in hypertext opgemaakte pagina, de zogenaamde homepage.
Door in deze pagina woorden of plaatjes aan te klikken kun je naar de verschillende rubrieken in deze computer springen, files en software downloaden (= naar je eigen computer kopiëren) of zelfs inloggen in een andere computer ergens anders op het net. Vaak spring je zo van computer naar computer, en van land naar land zonder dat echt in de gaten te hebben. Dit noemen de internetfreaks Cyberspace.
De adressering van computers op het WWW gaat met behulp van URL’s (Uniform Resource Locator). Het WWW vereist een speciaal software pakket, een WWW browser, waarmee je na het opgeven van een URL, in cyberspace kan netsurfen. Op een gegeven moment word je krankjorum van die hele internet-terminologie, maar als je je daar een beetje overheen zet is het internet, vind ik, een zeer interessant communicatiemiddel.
Theatertechniek op het internet
Na deze zeer summiere uitleg (als dit de eerste keer is dat je wat over het net lees snap je er waarschijnlijk helemaal niks meer van) antwoord op de vraag: hoe zit het met theatertechniek op het net?
Ter voorbereiding van dit artikel heb ik de fout gemaakt een vraag te stellen via een aantal newsgroups, en hierbij niet te vertellen dat het om de technische kant van het theater ging, met als gevolg dat ik overstelpt werd met tips, E-mailadressen en URL’s over theater(s) in het algemeen (alle teksten van Shakespeare, het totaal aantal bezoekers van een theater in Houston of foto’s van de cast van Les Miserables op Broadway, enzovoort). Na wat schiften, proberen en genetsurf heb ik het een en ander aan newsgroups, WWW, FTP en Gopher sites overgehouden die me voor ons vakgebied wel interessant leken.
Om te beginnen zijn er natuurlijk de twee newsgroups:
Hoewel de meeste informatie wel op Amerika gericht is, kun je hier terecht voor zo’n beetje alle vragen en antwoorden op theatertechnisch gebied. Er zijn gespecialiseerde groups voor:
Ook is er een aantal bruikbare mailinglists aanwezig. Het abonneren op een mailinglist is een verhaal apart; je stuurt hiervoor een E-mail met als boodschap subscribe naar het adres van de mailserver-computer. Dit is echter een ander adres dan het geen waar je een eventuele bijdrage aan de mailinglist naartoe moet sturen, comprendo? Nou ik eerst ook helemaal nada niets, maar dat gaat vanzelf over. Als je je door het hoofdstuk over dit onderwerp (in het boek dat je nu gaat kopen) hebt geworsteld kun je deze adressen proberen. De eerste naam is van de mailinglist, daarachter staat (tussen haakjes) de naam van de server.
Ik ben alleen geabonneerd op de stagecraft mailinglist, en die stuurt mij elke dag een of twee keer een zogenaamde digest (= overzicht) van alle berichten die naar de list gestuurd zijn. De onderwerpen zijn over het algemeen interessant, maar ook vaak hetzelfde als die in de newsgroups.
Op het gebied van FTP en Gopher (dit zijn twee manieren om files of software van een andere computer binnen te halen) ben ik niet veel tegengekomen.
Het bovenstaande geldt nog veel erger voor de WWW pagina’s, deze maken het internet een klein beetje verslavend. Ik zal er een aantal opnoemen en dan zul je ontdekken dat het moeilijk is er meer over te vertellen dan dat iedere pagina een ongelofelijke hoeveelheid mogelijkheden biedt om verder te zoeken, maar dat de hoeveelheid theatertechnische informatie op het WW eigenlijk vrij klein is.
Bruikbare informatie
Al deze (en nog meer) WWW pagina’s verwijzen naar bergen informatie, als je echter specifiek naar bruikbare antwoorden, oplossing, documentatie en dergelijke op theatertechnisch gebied zoekt, moet je je – vind ik – op dit moment eigenlijk nog beperken tot de paar relevante newsgroups en de E-mail. Dat is voor een nieuwe informatiebron in ons vakgebied natuurlijk al heel wat, en als je nagaat dat je met technici vanuit de hele wereld kennis kunt uitwisselen, dat je daardoor op nieuwe ideeën komt, of niet nog een keer het wiel hoeft uit te vinden, heeft het internet wat mij betreft zeker nut. (Maar ik moet toegeven dat ik ook wel een beetje computerverslaafd ben, en graag op knopjes druk. Toen ik aan dit artikel begon was ik op reis en was mijn notebookje (= schootcomputer) stuk. Ik heb het eerste stuk met de hand geschreven – wat een schok was dat.)
Als laatste nog even iets over E-mail. Ieder zichzelf respecterend bedrijf heeft tegenwoordig een E-mail adres, op Internet, op Compuserve of AOL. (Twee andere grote netwerken). Het is geen probleem om post van het ene naar het andere netwerk te sturen, zodoende is iedereen die een E-mail adres heeft via het internet te bereiken. De reden dat ik hier geen enkel adres genoemd heb is dat vooral Amerikaanse bedrijven allemáál een aansluiting hebben en de lijst dus ontzettend lang zou worden. Ik heb er een gewoonte van gemaakt om op beurzen en dergelijke altijd het E-mail adres van een standhouder te vragen, omdat ik ontdekt heb dat informatie en service op die manier veel sneller verstrekt worden dan per telefoon of fax.
Als je opmerkingen of tips hebt over deze materie hoor ik graag van je – sierk@xs4all.nl.
Is de Nederlandse theatertechnicus goed op de hoogte of maken gezelschappen en gemakzucht hem of haar steeds minder slim? Steeds vaker moet ik constateren dat gezelschappen in Nederland, maar ook in het buitenland, bezig zijn de technische kennis in theaters te verkleinen.
Met glasvezel versterkt kunststof, ook wel GRP (Glass Reinforced Plastic) genoemd, wordt ook in het theater veelvuldig gebruikt. Begrijpelijk want het materiaal is sterk en toch licht van gewicht. Bovendien kent het een aantrekkelijke duurzaamheid en is het bestand tegen water. Met de introductie van een nieuwe technologie die het product ‘poliflexol’ oplevert lijkt de glasvezelindustrie een andere weg te zijn ingeslagen, een weg die consument en milieu ten goede kan komen.
Dit artikel, oorspronkelijk een voordracht gehouden naar aanleiding van de Showtech ’92 in Berlijn, wil een nieuwe vorm van aandrijftechniek nader toelichten, namelijk de elektromagnetische aandrijving waarbij microcomputers ingezet worden bij de sturing.
Het rapport waarmee het onderzoek naar de geschiedenis van de theatertechniek en de eventuele mogelijkheden voor een museum, waarover al eerder in Zichtlijnen werd geschreven, werd afgesloten, is sinds kort openbaar.
De USITT (de Amerikaanse zusterorganisatie van de Vereniging voor Podiumtechnologie) heeft in 1988 een gids uitgegeven met korte beschrijvingen van computerprogramma’s die te gebruiken zijn voor theatertechnische toepassingen.
Ook in Nederland zijn er instellingen actief op het gebied van automatisering voor theaters en gezelschappen. Een van die instellingen is de Stichting Kunt in Computers (KIC).
Bedankt, binnen enkele minuten ontvangt je een e-mail van ons met daarin een persoonlijke link. Klik op de link om een nieuw wachtwoord op te geven.