• Schouwburg De Meerse, Mechteld van Gestel, Zichtlijnen 28, april 1993

    Op 30 november 1992 werd de leden van de Vereniging voor Podiumtechnologie de mogelijkheid geboden het theater van het nieuwe cultureelcentrum De Meerse in Hoofddorp te bezoeken.

    Schouwburg De Meerse, ZichtlijnenSprekers
    Ondanks het feit dat Hoofddorp vanwege een treurig treinongeval die dag moeizaam met het openbaar vervoer te bereiken was, was de opkomst van de belangstellenden redelijk, zo’n 25 mensen. Na een ontvangst met koffie in de foyer werd een ieder verzocht plaats te nemen in de zaal. Daar werd het gezelschap, in afwezigheid van een door ziekte gevelde directeur, welkom geheten door mevrouw Doro Siepel, hoofd marketing en publiciteit. De zaal kent een capaciteit van 500 stoelen, wat het mogelijk maakt voor een groeigemeente als de Haarlemmermeer de middelgrote producties naar de eigen woonplaats te krijgen. Er is met opzet gekozen voor een middelbare grootte om het persoonlijk karakter van de eigen schouwburg niet te verstoren. De volgende spreker was de architect van het complex,  de heer P. Hammel van Architectenbureau Hammel. Hij betreurt het dat de andere voorzieningen die het cultureel centrum kent, en dan met name het instituut voor kunstzinnige vorming dat voorzien is van een hal waar het mogelijk is concerten, voorspeelavonden en andere evenementen te organiseren, bij deze kennismaking achterwege zullen moeten blijven. Verder licht hij toe dat intimiteit bij het ontwerp een doorslaggevend argument is geweest wat bijvoorbeeld blijkt uit het feit dat de zaal weliswaar breed maar relatief ondiep (slechts 15 rijen) is.

    Hij wordt afgewisseld door de heer B. van Kuijk, directeur van Van Kuijk & Partners, een ingenieursbureau voor verwarming, luchtbehandeling en elektro- en sanitairtechniek, die het verwarmings0 en ventilatiesysteem voor het complex hebben ontwikkeld, een medewerker van Adviesbureau Peutz en Associés die aan de hand van een aantal grafieken laat zien hoe het testen van de akoestiek van een schouwburgzaal in zijn werk gaat en de heer J. van der Zwaan, directeur van Van der Zwaan VOF die de theatertechnische adviezen voor zijn rekening heeft genomen. Hij legt uit dat er door geldgebrek minder dan de geplande trekken werden geïnstalleerd maar dat er ruimte is overgelaten om deze later in de tijd toch te kunnen plaatsen.

    Rondleiding
    Na deze toelichting krijgen de bezoekers de gelegenheid de verschillende ruimtes zelf te bekijken. De lichtcabine wordt bezocht met daarnaast de dimmerruimte, de publieksruimten en het toneel. Alles is dicht bij elkaar gelegen en via een inwendig gangensysteem onderling goed bereikbaar. Na deze informele rondleiding volgt nog een informele borrel en ieder kan weer trachten via de door de NS ingezette bussen zijn of haar huis te bereiken.

    Terug

LID WORDEN