• De zusterbladen, Dhian Siang Lie, Zichtlijn 7, oktober 1989

    De zusterbladen

    Cue International, september/oktober 1989, nr. 61
    In CUE komen twee lichtontwerpers met tamelijk verschillende achtergronden aan het woord. Roy Bennett, ‘rock ’n roll lighting designer’, vertelt over het maken van een lichtontwerp voor de tournee van The Cure en de problemen die om de hoek komen kijken bij openluchtconcerten. Duran Duran, Simple Minds en Prince behoren ook tot zijn klantenkring. De andere lichtontwerper is Andy Philips die zijn ontwerp voor het toneelstuk M. Butterfly (West End en Broadway) nader toelicht (elke 20 seconden een lichtstand!). In het kader van het OISTAT-congres in Warschau eind september maakt CUE een toer langs de grote en kleine theaters aldaar, te beginnen bij het reusachtige Teatr Wielki. Thema van het OISTAT-congres is Het behoud van de (oude) ambachten in het theater.
    CUE levert hieraan een bijdrage door aandacht te schenken aan vier van zulke ambachten: borduren, pruiken maken, breien/knopen en wapensmeden. Verder een artikel over de fa. Celco (lichtregelapparatuur), een voorbeschouwing van Lighting Dimensions Int. 1989 (Nashville, Tennessee, 17-19 nov. a.s.), en nabeschouwingen van de ABTT Show in Londen (18-20 mei j.l.) en Showlight in Hilversum (15-17 mei j.l.).

    Podium, Zeitschrift für Bühnenbildner und Theatertechniker, 2/89 (DDR)
    Ook dit tijdschrift loopt in een aantal artikelen vooruit op het thema van het OISTAT-congres. Hans-Jörg Petzold behandelt in Zwischen Tradition und Perspektive vooral de beroepen van theaterschilder en –beeldhouwer, wat er van deze mensen verwacht wordt, welke kennis zij op welke gebieden dienen ten hebben, etc. Ook hij laat zijn zorg blijken over het voortbestaan van deze beroepen. Van de Oostenrijkse decorontwerper Alfred Roller (1864-1935) is het artikel “Bühne und Bühnehandwerk”, waarin de relatie tussen theater als kunstvorm en de ambachtelijke beroepen die daaraan deelnemen besproken wordt. In Bühnenbeleuchtung bei Fernsehübertragungen van Lutz Grambow wordt beschreven hoe men met de aanwezige apparatuur in het theater kan voldoen aan de bijzondere eisen die tv aan licht stelt.

    Podium, Zeitschrift für Bühnenbildner und Theatertechniker, 3/89 (DDR)
    Dit nummer is vrijwel geheel gewijd aan het theatertechnisch onderwijs in de DDR. Hoewel het niet oninteressant is daar wat over te lezen, hebben de artikelen nauwelijks een algemenere strekking.

    Theatre Crafts, augustus/september 1989, nr. 7
    De reeks Designers on Design wordt in dit nummer vervolgd met Ben Edwards, die reeds 50 jaar lang decorontwerpen voor toneelproducties op Broadway maakt. Jerome Robbins, een bij ons wellicht bekendere veteraan, heeft na 25 jaar een nieuwe hit op Broadway: een compilatie van hoogtepunten uit ouder werk, b.v. West Side Story. Meer technische details hadden dit verhaal zeker interessanter gemaakt. Wel boeiend is een artikel over de laatste ontwikkelingen in de industrie met betrekking tot lichtbronnen. Een vertaling in het Nederlands voor Zichtlijn (ook al gaat het voornamelijk over de 120 Volt-versies van de lampen) lijkt de moeite waard.

    Bühnentechnische Rundschau, augustus 1989, Heft 4
    Aan de orde komen: een beschrijving van een decor dat in bliksemsnelle changementen 4 verschillende landschappen laat zien. Verder Jean-Pierre Ponelle – in Nederland bekend van zijn werk voor De Nederlandse Operastichting onder Hans de Roo – wordt één jaar na zijn dood, geëerd met een overzicht van 12 jaar operaproducties in München. Ook vanuit deze stad een beschrijving van een nieuwe achterdoekenberging, bestaande uit 28 containers van 24 m lang, 0,5 m hoog en 0,8 m diep.

    Theatre Design and Technology, zomer 1989
    Een openingsartikel over het feit dat aan de Amerikaanse universiteiten de ‘theatre technology’ steeds minder aandacht krijgt. Ik geloof dat het probleem in Nederland is dat de universiteiten niet eens weten dat theatertechniek een vak is!
    Verder een verhaal over de manmoedige poging om een collectie decorontwerpen, maquettes, maar vooral achterdoeken en decorstukken van soms 85 jaar oud voor het nageslacht te bewaren.
    Bovendien artikelen over nieuw gebruik van de computer voor ontwerp- en productiewerk.

    Terug

LID WORDEN