• Voorwoord, Freek van Duijn, Zichtlijnen 48, september 1996

    Het gebeurt sluipenderwijs, er wordt niet over gesproken, het gaat langzaam maar als je goed oplet zie je het. De visuele kwaliteit van de reisvoorstellingen gaat achteruit.

    Ik heb het niet over voorstellingen die in een vaste opstelling gespeeld worden zoals Miss Saigon, de producties in de Toneelfabriek of in de autosloperij in de buurt van Zaandam, of over Carré-producties, maar over al die reisvoorstellingen van de grote en kleine toneel-, ballet-, dans- en operagezelschappen die in Nederland rondtoeren.

    Niet dat het slecht is wat je ziet, het getoonde is meestal niet onder de maat, maar het is zo weinig uitgesproken, zo dienstbaar aan… Ja, aan wat eigenlijk?

    Dienstbaar aan het feit dat er toch geen geld is om met meer spullen aan te komen; dienstbaar aan het feit dat alles in één vrachtauto gepropt moet worden; dienstbaar aan het feit dat je in een beperkte tijd met een beperkt aantal mensen de voorstelling moet bouwen?

    Of gaat het daar niet over? Is het een visie van de regisseurs en de choreografen in samenspraak met hun ontwerpers: gebruik goedkope stoffen, liefst geen pruiken, eenvoudige materialen, een paar stoelen, een vloerkleed en wat rekwisieten?

    Is het echt een keuze, dat theater van het eenvoudige toneelbeeld – of is er een andere oorzaak?

    Laat ik bij wijze van voorzet eens een paar oorzaken proberen op te sporen.

    Geld is natuurlijk oorzaak nummer één. Op decor en kostuums kun je bezuinigen, tot in het oneindige. Terug naar de basis: een vloerkleed, een stoel, een donkere ruimte en een spotlight; theater wordt het toch wel.

    Marktdenken is oorzaak nummer twee. Al je geld investeren in die ene mooi aangeklede, ruim opgezette productie is niet verstandig. Als hij flopt heb je vrijwel geen geld meer voor een tweede, en dan dondert je hele statistiek in elkaar: te weinig publiek, dus te weini8g (artistiek) succes, dus wegwezen.

    Een verkeerd begrepen concurrentiestrijd is oorzaak nummer drie. De visuele concurrentie met de musicalspektakels lijkt bij voorbaat al verloren, dus voer je die strijd maar niet, richt je je maar op wat je goed kunt: toneelspelen, dansen.

    Het lijkt wel alsof regisseurs en choreografen door dergelijke oorzaken opgehouden zijn om op een nieuwe, eigenzinnige manier om te gaan met de visuele aspecten van hun producties. En dat is jammer, want ook reisproducties verdienen een krachtige visuele taal. Een taal die spraakmakend is, die de productie een nieuwe, extra dimensie geeft.

    De techniek is er, de kennis is er, het talent is er, en het geld is er ook, als je dat wilt – nu die producties nog.

    Ik hoop dat ik het verkeerd zie, dat het wel meevalt. Misschien ontstaat er een gesprek, of bewijst het nieuwe seizoen dat mijn vrees onterecht is.

    Een mooi nieuw seizoen gewenst.

    Terug

LID WORDEN