De zusterbladen
Theatre Crafts, oktober 1989
Tharon Musser, de beroemde lichtontwerpster van o.a. A Chorus Line, 42nd Street, Dreamgirls en 103 andere Broadwayproducties, vormt het onderwerp in de serie Designers on design. Wie niet zo geïnteresseerd is in Broadway, zal toch tenminste waardering kunnen opbrengen voor haar opmerking dat zij steeds minder collega’s om zich heen ontmoet die met hartstocht hun werk doen: “I still get butterflies in my stomach on opening nights”. Een kijkje in de diverse ateliers van de Metropolitan Opera in New York is zeker leuk voor diegenen die in Nederland grote theaterproducties tot stand brengen en dan niet de beschikking hebben over tientallen specialisten op het gebied van kostuums, rekwisieten en decor.
Maar de twee meest interessante artikelen in dit nummer gaan over rook en rookmachines. TC spreekt dan ook over The Fog Report.
Een artikel geeft een overzicht van alle op de markt zijnde rookmachines met specificaties. Het is goed te ontdekken dat het merendeel van de fabrikanten uit Europa komt.
Daarnaast een artikel over de gevaren en d milieuaspecten van de rook zelf. Natuurlijk geeft elke fabrikant aan dat de rook ongevaarlijk is voor de mens, maar zoals de algemeen directeur van één van de grootste leveranciers van theaterapparatuur zegt: “(ongevaarlijk), dat is water ook, ik drink het de hele dag, maar daarom pomp ik m’n longen er nog niet mee vol”.
Bühnentechnische Rundschau, Heft 5, oktober 1989
Het hoofdartikel is geheel gewijd aan de mechanische theaterinstallaties van de nieuwe Opéra de la Bastille in Parijs. Elke theatertechnicus in Nederland zal nu inmiddels wel gehoord hebben over de 6 tonelen, de transportsystemen voor de toneelwagens, de ondertonelen, het repetitietoneel met achtertoneel en de multivariabele zaal met zijtoneel, om maar niet te spreken over de variabele portaalzone, orkestbak, 59 elektrische trekken, de trekhoogte van 38 meter, de doekenopslag, en ga zo maar door. Theatertechnische wonderen die welke opwinding over het Muziektheater in Amsterdam doen vergeten. De zinsnede die mij echter het meeste uit dit artikel bijgebleven is, is een citaat uit de Franse krant Le Figaro: “Het bouwwerk staat, maar nu moet de tovenaar nog gevonden worden die uit dit alles in staat is een echt theater te maken”. Bedoeld is natuurlijk een artistiek directeur, maar voor mij is de technische leiding die dat klaarspeelt nog meer een tovenaar.
Het tweede artikel waar ik graag de aandacht op vestig, is opnieuw een hoofdstukje uit het boek van Friedrich Kranich, Bühnentechnik der Gegenwart (1929). Onvoorstelbaar dat wij sindsdien toch steeds weer proberen het wiel zelf uit te vinden. Natuurlijk komen in dit artikel verouderde denkbeelden en uitgangspunten voor. Maar de uitspraak: “De theatertechniek is net zo min doel in zichzelf als het toneelbeeld: zij heeft slechts een gelijkwaardig aandeel in het totale kunstwerk”, is toch echt de moeite van het overdenken waard.
Bedankt, binnen enkele minuten ontvangt je een e-mail van ons met daarin een persoonlijke link. Klik op de link om een nieuw wachtwoord op te geven.