Mijn eerste kennismaking met JAN TEN KATEN vond plaats op één van de jaarlijkse ledenvergaderingen die de NAT, meestal op zondag in een zaaltje achterin een café, ergens in Nederland organiseerde.
Jan was voorzitter. Welbespraakt, relativerend en charmant leidde hij de vergaderingen; altijd pleitend voor de technici, ook er voor wakend dat geen te star en daardoor onverkoopbaar standpunt door de ledenvergadering werd ingenomen. Jan was één van de oprichters van het pensioenfonds voor de technici.
De NAT werd BTT. Jan verhuisde mee, eerst als voorzitter, later als lid van het bestuur. Het pensioenfonds van de technici fuseerde met het pensioenfonds van de toneelspelers. Jan bleef lid van het nieuwe bestuur, vooral ook om de belangen te verdedigen van de technici en de kleedsters die werden gepensioneerd.
De BTT fuseerde met de NVT en de ANOUK tot de Kunstenbond FNV. Jan was geen bestuurslid meer, maar verdedigde de fusie op de achtergrond.
Als chef-inspiciënt bij de Haagse Comedie stond Jan evenzeer bekend om zijn beminnelijke aard. Jan wist de problemen altijd op te lossen zonder ooit op zijn strepen te staan. Strepen kende hij niet. Dat is in een theaterbedrijf een opmerkelijke eigenschap.
Na zijn pensionering kon men Jan geregeld ontmoeten bij generale repetities van de Haagse Comedie of bij De Nederlandse Opera. Jan hield van theater. Terecht noemde Carl van der Plas hem bij zijn crematie een musisch mens.
Met Jan ten Katen hebben wij de nestor van de Nederlandse theatertechniek verloren.
Bedankt, binnen enkele minuten ontvangt je een e-mail van ons met daarin een persoonlijke link. Klik op de link om een nieuw wachtwoord op te geven.