Op dinsdag 25 januari zal staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de Vakbeurs in Den Haag een toelichting geven op het Arbo–convenant dat de overheid en de theaterbranche zijn overeengekomen.
Wat houdt zo'n convenant eigenlijk in, door welke partijen is het tot stand gebracht en wat wordt er wel en niet in geregeld?
De Commissie voor Veiligheid, Gezondheid en Welzijn in het Theater, kortweg VGWT, bestaat inmiddels vijf jaar. Dit overlegplatform is in eerste instantie opgericht om als vraagbaak te fungeren voor zo veel mogelijk participanten binnen de theaterwereld. Zo brengt de commissie de gemeenschappelijke knelpunten op het gebied van Arbo–wetgeving in kaart.
In de commissie zijn vertegenwoordigers opgenomen van de volgende koepels:
De Commissie overweegt een verdere verbreding naar ontbrekende partners zoals de Vereniging van Nederlandse Muziek-ensembles (VNME) en de operagezelschappen (De Nederlandse Opera, de Nationale Reisopera, Opera Zuid en de Hoofdstadoperette).Ondertussen neemt, met de komst van steeds meer Arbo–regelgeving de roep om ondersteuning vanuit de koepelorganisaties toe.
Arbo–beleidsondersteuning is hard nodig in de theaterbranche. De theaterbranche is weliswaar niet zo'n grote bedrijfstak, maar wel een hele specifieke. Denk daarbij aan de problematiek rond arbeidstijden, werken in het donker, fysieke belasting, hoge tijdsdruk, samenwerkende werkgevers en het werken met bijzondere arbeidsmiddelen.
Toch stond het ministerie van SZW in eerste instantie niet te juichen om met de commissie VGWT in zee te gaan. Het nu tot stand gekomen convenant geeft er echter blijk van dat die houding veranderd is.
Ervaringsbank
Kort samengevat heeft de theaterbranche te maken met een bijzondere problematiek, terwijl specifieke kennis en ondersteuning van de relatief kleine werkgevers ontbreekt.
Ook professionals als de Arbo–dienst en de Arbeidsinspectie geven vaak tegenstrijdige meningen over dezelfde materie. De commissie VGWT vindt het belangrijk dat deskundigen antwoord kunnen geven op vragen, die door participanten uit het hele land worden gesteld en dat er bovendien een soort kenniscentrum of ervaringsbank wordt opgericht.
Derhalve heeft de commissie VGWT in april een onderzoek laten uitvoeren door TNO–arbeid over de haalbaarheid van een Arbo–convenant in de theaterbranche.
De kranten stonden in die tijd bol van de plannen van staatssecretaris Hoogervorst (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), die 161 miljoen beschikbaar had om, populair gezegd, het Arbo–beleid van branches te ondersteunen.
Wat is een Arbo–convenant
In een Arbo–convenant spreek je met de overheid specifieke probleemgebieden af, die je als branche wilt aanpakken. Procedureel moet het natuurlijk allemaal goed geregeld zijn. Zo is er een intentieverklaring die, in het geval van de commissie VGWT, hopelijk al in januari 2000 tijdens de Vakbeurs voor theatertechnici getekend gaat worden.
Aansluitend heeft de commissie VGWT een jaar de tijd om de doelstellingen van het Arbo–plan van de branche te formuleren. In die tijd zal het ministerie van SZW het grootste deel van de kosten voor zijn rekening nemen.
Daarna volgt het echte convenant waarin concrete afspraken staan die werkgevers samen met werknemers (FNV KIEM) en de overheid willen realiseren.
De commissie VGWT denkt er in eerste instantie aan om de kerntrajecten Fysieke belasting en Werkdruk in het convenant te regelen.
Daarmee zijn we er nog lang niet, want een Arbo–convenant is nog geen Arbo–regeling waar de hele branche zich aan moet houden. Het is wel een belangrijke stap in de goede richting. Voorlopig kan je echter, ook met een Arbo–convenant, nog steeds doodvallen vanuit de nok van het theater.
Monique ten Boske is beleidsmedewerker VNT
Bedankt, binnen enkele minuten ontvangt je een e-mail van ons met daarin een persoonlijke link. Klik op de link om een nieuw wachtwoord op te geven.