• Werkgever aansprakelijk - Nieuwe jurisprudentie na ongeval in Ivoorkust, Pauline Beran, Zichtlijnen 105, maart 2006

    In Zichtlijnen 104 kon u lezen hoe het zit met arbo in het buitenland, welke regels daar gelden en wie er aansprakelijk is. De werkgever blijft voor de volle honderd procent aansprakelijk voor schade van de werknemer door ongeval of letsel tijdens het werk.

    Het grote nieuws is dat die aansprakelijkheid in het buitenland zich ook kan uitstrekken tot een ongeval dat in de vrije tijd plaatsvindt. Ondenkbaar?

    Bij een ongeval in het buitenland tijdens het werk, bijvoorbeeld wegens onvoldoende veiligheidsmaatregelen, is de Nederlandse werkgever aansprakelijk voor de schade. De werknemer loopt als steeds het fysieke risico, de werkgever het financiële: hij moet zorg dragen voor een voldoende veilige werkomgeving, ook in het buitenland. Doet hij dat niet, dan moet hij de schade betalen tenzij hij aantoont dat die het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Volgens de rechtspraak is  dit  laatste niet snel het geval. Het belangrijkste verschil met Nederland is dat bij ernstige ongevallen in het buitenland de Nederlandse Arbeidsinspectie geen proces-verbaal opgemaakt zal hebben dat als bewijs kan dienen.

    Geen zeggenschap over werkomstandigheden in Egypte, toch aansprakelijk

    Verwijtbaarheid van de werkgever voor de werkomstandigheden in Egypte? Een werkgever van een gezelschap zal wellicht van mening zijn dat hem geen verwijt te maken valt. Wat voor zeggenschap over de werkplek (een van de belangrijkste elementen van de arbeidsovereenkomst) heeft hij nu helemaal als het gezelschap in Egypte speelt?
    Helaas voor deze werkgever zijn de wat andere veiligheidsopvattingen in Egypte geen juridische reden om zijn aansprakelijkheid op te heffen. Daarvoor moet opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer in het spel zijn. En daarvan is geen sprake wanneer bijvoorbeeld een inspiciënt van het Nederlandse gezelschap in Egypte een dimmer zelf moet installeren zonder dat de dimmers spanningsloos gemaakt kunnen worden. Stel, hij krijgt hierdoor de bekende opdonder. Als de werkgever dit heeft toegelaten onder het adagium ‘de voorstelling moet doorgaan’, dan is dit geen bewuste roekeloosheid van de werknemer maar werkt hij onder gezag van de werkgever, waarbij deze laatste grote risico’s neemt. Of de werkgever al dan niet bewust roekeloos handelt is juridisch niet relevant.
    De zeggenschap van de Nederlandse werkgever over de werkplek zit hem in het moment van verkoop van de voorstelling, respectievelijk het aanvaarden van de uitnodiging om te komen spelen. Als op dat moment geen voorwaarden worden gesteld (zeggenschap!) met betrekking tot de veiligheid en er kan bij de bouw ter plekke niets meer aan gedaan worden, dan is het risico voor de werkgever. We mogen onze werknemers niet in onveilige landen ‘dumpen’ en zo de aansprakelijkheid opheffen! 

    Ongeval in privétijd in Nederland of buitenland: klein verschil, grote gevolgen.

    In Nederland is de werkgever niet aansprakelijk voor schade die de werknemer oploopt in zijn privétijd, bijvoorbeeld in het verkeer of tijdens het sporten. De werkgever hoeft ‘alleen maar’ het salaris door te betalen gedurende twee jaar.  Tot 18 maart 2005 was het ondenkbaar dat dit bij een ongeval in privétijd in het buitenland anders zou liggen. Maar op die dag deed de Hoge Raad, die tot taak heeft om in hoogste instantie het recht te interpreteren, hierover een belangwekkende uitspraak.
    Het ging over een KLM-piloot die tijdens de wachttijd tussen twee vluchten een ongeval in een taxi kreeg. Hoge dwarslaesie. We bevinden ons in Ivoorkust waar het verkeer niet zo veilig schijnt te zijn. Hij had de taxi genomen om te gaan eten in een restaurant. In Ivoorkust maakte hij geen schijn van kans om iemand aansprakelijk te stellen. Dan de werkgever maar geprobeerd. Een ongeval in privétijd! De Hoge Raad oordeelt dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap aansprakelijk is. Dus niet op grond van de verplichting te zorgen voor veilige werkomstandigheden. Immers, de piloot was nu juist niet aan het werk.
    Overwegingen onder meer:

    • de periode tussen de twee vluchten – verplichte rust, dienstregeling KLM - heeft een zodanige samenhang met de werkzaamheden dat de plicht van goed werkgeverschap blijft bestaan. Het is daarbij van geen belang dat de piloot zijn tijd geheel zelf kan invullen.
    • de KLM moet de risico’s tot een minimum terugbrengen en voor de resterende risico’s een verzekering afsluiten, althans
    • de KLM moet effectief waarschuwen voor de bijzondere risico’s en de mogelijke gevolgen ervan onder mededeling dat die risico’s voor rekening van de werknemer blijven en onder aanbieding van een adequate verzekering.

    Dit was allemaal niet gebeurd, dus KLM aansprakelijk. KLM probeerde de zaak nog te redden met het argument ‘eigen schuld’, maar dat trof bij de Hoge Raad geen doel.

    Het moge duidelijk zijn dat deze nieuwe aansprakelijkheid een rol kan spelen bij het verblijf van technici, acteurs, dansers en musici in het buitenland, tussen de bedrijven door. Werkgevers al dan niet verenigd in uw koepels: let op uw saeck, in dit geval uw verzekeringen!

    * Hoe het zit met verkeersongevallen tijdens werktijd is een ander verhaal. Van belang voor de sector, maar is nu niet het onderwerp.

    Terug

LID WORDEN