In het Appeltheater in Den Haag draait momenteel de voorstelling Trilogie van het zomerverblijf van Erik Vos, naar een drietal met elkaar samenhangende toneelstukken van de 18e-eeuwse Italiaanse schrijver Carlos Goldoni.
Om de voorstellingen, die bedoeld zijn voor drie verschillende avonden, op één avond te kunnen opvoeren, moesten niet alleen zo’n 400 pagina’s tekst worden geschrapt, maar moest Tom Schenk tevens een decor ontwerpen dat beweeglijk genoeg zou zijn om de kleine 114 scènes te huisvesten en tegelijkertijd vasthoudend genoeg om de sfeer van het stuk niet te verliezen.
Openbare repetitie van Trilogie van het zomerverblijf (foto Pan Sok) |
Venetië
Omdat de stukken van Goldoni zo duidelijk een product zijn van het Venetië van de 18e eeuw, zelfs ondanks het feit dat ze elders in Italië zijn gesitueerd, kwam ontwerper Tom Schenk op het idee het meest opvallende kenmerk van deze stad ook voor de voorstelling te gebruiken: water.
Dat is echter eenvoudiger gezegd dan gedaan. Water is een eigenwijs element dat zich niet zo maar laat vangen. Het eerste dat nodig was, was een grote, waterdichte bak. Het bleek dat de firma Theatex een dergelijk bak al eerder had gemaakt voor een voorstelling in Gent. Niet alleen was deze firma dus in staat zonder al teveel moeite een tweede bak te construeren, tevens beschikte de Appel nu over een waterbak die bij de repetities gebruikt zou kunnen worden. Dat gaf Erik Vos de mogelijkheid al met een dergelijke grote hoeveelheid water te experimenteren voordat de definitieve vorm van het decor bepaald werd.
Zo bleek onder andere dat een simpele rechthoekige vorm van de bak, die als het ware alleen het speelvlak zelf zou bevatten, niet afdoende zou zijn. Op die manier zou er geen ruimte zijn bij changementen de niet gebru8ikte boten en platformen te stallen, zeker gezien het feit dat de publieksopstelling over drie zijden zou worden gespreid. Daarom werd besloten het water onder de tribunes door te laten lopen zodat die ruimte gebruikt zou kunnen worden als decoropslag. De uiteindelijke bak werd zo grillig van vorm, 60 cm diep en kan 75 m³ water bevatten.
Platform
Maar het water onder de tribune door laten lopen, bracht weer een nieuw probleem met zich mee. De tribunes moesten ook worden verhoogd om te voorkomen dat de eerste rijen in het water zouden staan en om de ruimte te scheppen die voor de changementen nodig was. Daarom werd er een smid ingehuurd die een stellage in elkaar zette waarmee de tribunes konden worden verhoogd. Zo kon er een recordaantal aan zitplaatsen, 480, worden benut.
Langs de tribune en langs de achtermuur werd een loopsteiger gezet, aan de korte kanten onderbroken door twee kleine zijstroompjes en voorzien van loopplanken die makkelijk weg te halen zijn. Verder bestaat het decor twee kleine en één groot drijvend platform, een bovenbouw op hoge, rood-witte palen, twee loopbruggen op dezelfde hoogte en in de stijl van de steigers eronder en vier trappen die de niveaus met elkaar verbinden. In de drie delen waaruit de voorstelling bestaat, corresponderend met de drie stukken van Goldoni, worden de twee kleinere platformen op verschillende manieren en op verschillende plaatsen ten opzichte van het grote platform gebruikt. Het grote platform bevindt zich voornamelijk onder de bovenbouw maar is geenszins honkvast. Omdat de acteurs zich onder de tribune vrij kunnen bewegen, is de variatie in opkomsten ruim. Dat draagt in hoge mate bij aan de snelle en vloeiende overgangen tussen de scènes, net zoals de bovenbouw en de platformen moeiteloos de verschillende plaatsen van handeling kunnen verbeelden.
Drijfvermogen
Met vorm en omvang van de bak en het ontwerp van de platformen en boten waren lang niet alle problemen opgelost. Boten en platformen moesten kunnen blijven drijven in niet meer dan 40 cm water met een last van zo’n 12 mensen. De meeste in de handel zijnde boten bleken veel te diep te liggen. De boot moest opnieuw worden uitgevonden en ook nu bewees de repetitiebak hoe onmisbaar ze was.
In eerste instantie werd er gedacht aan oliedrums om de boten drijvend te houden, maar die bleken te lomp en te hoog en pasten niet in het toneelbeeld. Vervolgens werd er geëxperimenteerd met grote rubberen banden maar het bleek dat de platformen daar veel te beweeglijk van werden wat het acteren bepaald niet vergemakkelijkte. Uiteindelijk bleken Pvc-buizen onder een houten bodem de beste oplossing te bieden. De platformen bleven goed aan de oppervlakte en aren redelijk stabiel. Bovendien hadden ze het voordeel dat er vrij makkelijk één onder gezet of onderuit gehaald kon worden als het drijfvermogen moest worden aangepast. De houten bodem was daarbij ook handig omdat daar zonder al te veel moeite aan vertimmerd en verzaagd kon worden.
Een ander probleem waar rekening mee gehouden moest worden was het feit dat zoveel stilstaand water verzorging nodig heeft om vervuiling en algengroei te voorkomen. Veel ventileren en chloor in het water helpt maar is niet voldoende. Er moest ook een kleine zuiveringsinstallatie worden neergezet. Een pomp pompt water uit de bak en voert het via een filter naar een kleine container waar zand in zit en waarin het water gezuiverd wordt voor het opnieuw in de bak terecht komt.
Aus Greidanus en Stef Feld (foto Pan Sok) |
Speels en beweeglijk
De opstelling van het decor van Trilogie van het zomerverblijf blijkt inderdaad een enorme beweeglijkheid te kennen en een speelsheid die het blijspel zeer goed aanvult. De capriolen die één van de acteurs, Aus Greidanus, met een ladder en een hutkoffer uitvoert zijn adembenemend. Maar ook de manier waarop de aanwezigheid van het water wordt benut, voegt een extra dimensie toe. Het ene moment is er de dreiging dat één van de acteurs in het water zal vallen, een volgend moment is één van de personages zo door liefde bevangen dat hij pardoes in het water stapt om zijn geliefde te bereiken. De platformen, zowel de grote als de kleine, worden beurtelings als boot, loopplank, terras of woonruimte gebruikt, voortbewogen door de acteurs zelf. Wanneer het grootste deel van de personages zich op het onderste platform bevindt, wordt dat rondgedraaid door twee acteurs die zich elk aan een paal vasthouden en het platform eenvoudigweg rondlopen. Zo zijn er nog vele andere manieren waarop water en boten optimaal gebruikt worden. Het zou jammer zijn ze hier allemaal op te nomen want de voorstelling staat nog tot juni en het is de moeite waard zelf te gaan kijken, al zal het moeilijk zijn nog kaartjes te bemachtigen.
Verval
Alleen het derde deel verdient nog vermelding omdat de sfeer zo heel anders is dan in de eerste twee delen. De eerste twee delen handelen over de voorbereidingen die het hele gezelschap treft om de jaarlijks terugkerende zomervakantie te realiseren (deel 1) en over het zomerverblijf zelf (deel 2). Tegen de tijd dat het derde deel begint, blijkt de tol van de vakantie hoog te zijn geweest en de terugkeer een desillusie. De sfeer is versomberd, een loopplank ligt half in het water, er staan twee stoelen in de bak en ook kostuums en belichting zijn een stuk stemmiger. Deze episode begint met een onverwachte regenbui die het grote platform en de loopsteigers vermijdt en voornamelijk in het water terecht komt, en voornamelijk op het hoofd van het personage dat het ergste te lijden heeft gehad van de vernietigende financiële consequenties van een te dure zomervakantie. Bovendien wordt de desillusie en het ingezette verval visueel geïllustreerd door het langzaam aan één kant zinken van het grote platform zodat het water op den duur niet buiten te houden is. Voor beide effecten zijn technisch vrij simpele oplossingen gevonden. De regen wordt geproduceerd door een sproei-installatie uit de tuinbouw die aan een aantal lichtbruggen is bevestigd. Zo valt de regen alleen daar waar hij moet vallen. Voor het zinken van het platform werden aan één kant de Pvc-buizen met elkaar verbondenen volgepompt met water. Om het platform weer in oude luister te herstellen hoeft slechts het water er weer uit gepompt te worden. Was hetzelfde maar te zeggen van de personages.
Appeltheater
Het Appeltheater is bij uitstek een theater waar een dergelijke voorstelling kan staan. Het gezelschap de Appel, dat onlangs zijn 20-jarig bestaan vierde, betrok zo’n 17 jaar geleden de oude remise van de paardentram in Scheveningen en in al die jaren is er aan het basisprincipe van het zo ontstane theater niets veranderd. Wel zijn er in de loop van de tijd aanpassingen geweest. Wanneer het decor van een Appel-voorstelling aanpassingen aan de speelruimte vereiste, werden ze meestal ook uitgevoerd. Toen het gezelschap 17 jaar geleden het gebouw in gebruik nam, werd het gehuurd van een particulier. Vorig jaar echter wilde de bank die het beheerde het gebouw kwijt en uit angst met een projectontwikkelaar te maken te krijgen besloot het gezelschap de Appel-vrienden, een vereniging met zo’n 5000 leden, aan te schrijven met de vraag of ze geïnteresseerd zouden zijn obligatiehouder van de Appel te worden. De reactie hierop was zo groot dat met het geld van de obligaties het gebouw geheel in eigen beheer verkregen kon worden, waartoe de Stichting Exploitatie van het Appeltheater werd opgericht.
Robert Prager (foto Pan Sok) |
De zaal
het theater kent een grote zaal voor maximaal 480 bezoekers, en een kleine zaal voor zo’n 100 bezoekers. Beide zalen kennen geen vaste opstelling. Eigenlijk is dit, en niet het nieuwe theater aan het Spui, het eerste zogenaamde black-box theater in Den Haag. De grote zaal heeft geen trekkenwand of trekinstallatie, wel een aantal lichtbruggen in beide richtingen met zo’n 200 aansluitingen en een punt waarin 72 kringen gepatched kunnen worden, 60 voor 2 KW en 12 voor 5 KW. Beide zalen kunnen wlk beschikken over een ABS 39 Reiche en Vogel lichtcomputer. De grote zaal heeft bovendien een lichtcabine maar het ligt aan de opstelling van de betreffende voorstelling of deze ook gebruikt kan worden. De tribune wordt opgebouwd uit units voor 10 personen elk, die in alle hoeken en gaten en in elke denkbare combinatie kunnen worden opgesteld.
In de eerste plaats wordt al het beschikbare geld besteed aan de productie zelf, niet aan franje er omheen. Maar zo’n drie jaar geleden schoot er wat geld over zodat ook het publieksgedeelte vernieuwd kon worden. Er werd een muur doorgebroken zodat het publiek zich rondom de twee bars kan bewegen, de toiletten werden vernieuwd en bij de poort aan de ingang werd een overkoepeling gemaakt waar de kassa zich bevindt. Sinds de oprichting van de Stichting Exploitatie van het Appeltheater is het onderhoud van dit alles ook in beheer van het gezelschap. Voor groot onderhoud worden anderen ingehuurd, het klein onderhoud wordt door de technici van het gezelschap bijgehouden.
Spreiding
De Appel is één van de weinige gezelschappen in Nederland dat zijn eigen huisvesting heeft. Alle voorstellingen worden gemaakt op dit theater. Er wordt gereisd, dat is een subsidievoorwaarde, maar daar wordt bij het ontwerpen van een voorstelling weinig rekening mee gehouden. Liever wordt er een muur van de theaterzaal geschilderd, zoals bij Trilogie van het zomerverblijf, dan dat er een doek wordt opgehangen dat ook in andere theaters gebruikt kan worden. Mocht de voorstelling toch gaan reizen dan wordt voor de andere theaters naar een passende oplossing gezocht. De voorstelling in het Appeltheater wordt niet aangepast.
Dat brengt met zich mee dat er voornamelijk gereisd kan worden met de producties die een meer traditionele opstelling kennen. De kleine zaalproducties blijken hier vaak geschikter voor. Trilogie was zeker naar Carré gegaan ware het niet dat Cats daar nu staat. De Appel kent immers een traditie om met haar voorstellingen Carré te bezoeken en de pisteopstelling die in dit theater mogelijk is maakt het zeer geschikt voor deze ongewone voorstelling. Wanneer er echt niet gereisd kan worden, probeert het gezelschap de spreiding zoveel mogelijk te stimuleren door mensen naar Den Haag te halen, bijvoorbeeld met behulp van bussen.
Gezelschap
In de ruim 20 jaar dat het gezelschap nu bestaat is de structuur nooit veranderd. Erik Vos, de oprichter, is artistiek leider en wordt bijgestaan door een zakelijk leider, Hans Verhoeven. Verder is er een vaste kern acteurs en actrices, een dramaturg en een productieleider, een publiciteitsmedewerker, een secretariaat en administratie, een portier en bar- en kassapersoneel, een chef techniek en een technische ploeg van 7 man. Er worden 4 à 5 producties per seizoen uitgebracht, verdeeld over de kleine en grote zaal die gemiddeld 6 tot 10 weken blijven staan. Daarnaast worden er producties op locatie georganiseerd en een aantal workshops die meestal ook op een voorstelling uitdraaien.
In de jaren van zijn bestaan heeft het gezelschap een eigen publiek opgebouwd die er voor zorgt dat de voorstellingen over het algemeen goed lopen. Maar, hoewel de Appel nooit te klagen heeft gehad over bezoekersaantallen, is een publiekstrekker als deze meest recente voorstelling voor hen een nieuwe ervaring.
Met dank aan Lex Caboort, chef techniek bij De Appel.
Bedankt, binnen enkele minuten ontvangt je een e-mail van ons met daarin een persoonlijke link. Klik op de link om een nieuw wachtwoord op te geven.