Presentatie scripties OTT 1999
Vijf studenten van de Opleiding Theatertechniek stelden in feite gevestigde opvattingen ter discussies, toen zij op maandag 28 juni jongstleden in de Theaterschool in Amsterdam hun afstudeerscripties presenteerden, aan hun docenten, scriptiebegeleiders, collega's en aan de genodigde kopstukken uit de Nederlandse theatertechnische wereld. Ik mocht er getuige van zijn.
Jammer was het dat de meeste genodigde professionals verstek moesten laten gaan, kennelijk vanwege hun dagelijkse theaterwerk: voorstellingen gaan nu eenmaal altijd voor in theaterland!
Helaas voor de studenten, maar ook voor deze vertegenwoordigers van de gevestigde orde, want die laten een kans liggen om op een aantal deelgebieden de kennis en inzichten van dit moment te toetsen aan nieuwe inzichten die binnen de Opleiding Theatertechniek ontstaan, op basis van gedegen onderzoek.
Met name dat laatste is van belang, want ook al wordt er in de praktijk van het dagelijkse professionele theaterwerk van alles en nog wat door iedereen onderzocht en uitgevonden, weinigen (ik denk niemand) nemen werkelijk de tijd om zaken tot de bodem uit te zoeken én om vervolgens zowel het gevolgde onderzoekstraject als de resultaten ervan op papier te zetten.
De vierdejaars studenten van de Opleiding Theatertechniek doen dat wel; hun afstudeerscripties worden vervolgens beoordeeld door vakmensen uit de praktijk en zij studeren niet af als het resultaat niet op HBO-niveau is. Onderdeel van dat afstudeerproces is een presentatie van hun opvattingen aan een deskundig publiek, met de bedoeling en de mogelijkheid om over de onderzoeksresultaten een discussie aan te gaan.
De scripties zelf, vaak voorzien van uitgebreid illustratiemateriaal, specificaties, tabellen, grafieken enz., vinden uiteindelijk een plaats in de bibliotheek van de Theaterschool.
Dat is handig als referentie voor de volgende lichtingen studenten, zal men wellicht zeggen. Maar eigenlijk zou elke rechtgeaarde theatertechnicus in Nederland er kennis van moeten nemen - zo zou er bijvoorbeeld een exemplaar moeten worden opgenomen in het documentatiecentrum van het Theaterinstituut.
Men moet zich immers realiseren dat deze scripties een hoeveelheid concreet op theatergebruik gerichte informatie, documentatie, meningen en opvattingen bevatten over diverse theatertechnische onderwerpen, die medebepalend zijn voor de ontwikkeling van de normen en waarden van het vak theatertechnicus.
In elk ander (technisch) vakgebied zijn afstudeerscripties op HBO-niveau en de totstandkoming daarvan vanzelfsprekend onderdeel van de vakmatige ontwikkeling; daar kan immers tijd worden genomen om bestaande normen en waarden opnieuw te toetsen en om experimenten uit te voeren die niet meteen tot een oplossing in een voorstellingssituatie behoeven te leiden. Gelukkig voor het vak van de theatertechnicus is dat bij ons nu ook het geval door de Opleiding Theatertechniek van de Theaterschool te Amsterdam.
Ik was onder de indruk, van de keuze van onderwerpen, de stelligheid waarmee sommigen hun opvattingen verkondigden, dan wel met een gepaste terughoudendheid de controleerbare onderzoeksgegevens voor zichzelf lieten spreken. Voor het presenteren zelf bleken ook bijna afgestudeerde theatertechnici niet echt in wieg gelegd te zijn, maar bij beantwoording van vragen werd wel duidelijk dat zij hun onderwerpen goed beheersten en hun onderzoeksmethoden wisten te verdedigen.
Inmiddels kijk ik al weer uit naar de presentatie van de scripties van de volgende lichting studenten, die in 2000 afstudeert.
Bedankt, binnen enkele minuten ontvangt je een e-mail van ons met daarin een persoonlijke link. Klik op de link om een nieuw wachtwoord op te geven.