De ‘Commissie van aanbevelingen voor de veiligheid in het theater’, kortweg de ‘Commissie veiligheid’ genoemd, is nu een jaar aan het werk. De leden van deze groep (Martin Haars, Hans Derek, Henk ter Haar, John Lakwijk, Ron Weinberg, Frits van den Haspel en Fred-Paul Vogel) komen eens per maand bij elkaar.
De commissie heeft zich het afgelopen jaar in eerste instantie georiënteerd, adressen uitgewisseld en opgezocht, en gekeken hoe een commissie als deze zou kunnen functioneren. Een eerste resultaat kan de leden in ieder geval nu al gegeven worden.
Publicaties
In deze oriëntatieperiode is de commissie diverse publicatie- en normbladen op het spoor gekomen (zie voor namen en adressen hieronder). In deze bladen vindt u een aantal voorschriften en normeringen die gewoon gelden op het moment dat het betreffende materiaal toegepast wordt. Waar er in het algemeen geldt dat veiligheid voor alles gaat, ligt het in dergelijke, beschreven situaties vast. Ook de arbeidsinspectie houdt zich aan die regels. Het feit dat een theater geen fabriek of werkplaats is ontslaat u dus niet van hetgeen in deze bladen voorgeschreven is!
De gelezen publicatiebladen zijn de nummers: P-1, P-6, P-80, P-81, P-82, P-87, P-114, P-115/3, P-143, P-151.
Deze zijn verkrijgbaar bij het Directoraat van de Arbeid.
De gelezen normbladen zijn de nummers: NEN-964, NEN-965, NEN-2557, NEN-3233, NEN-3303, NEN-3360, NEN-3560.
Deze zijn verkrijgbaar bij het Nederlands Normalisatie Instituut.
Verder zijn er nog een aantal adviserende publicaties. Deze betreffen de volgende onderwerpen: Alarmering, Beveiligingsverlichting, Kleine blusmiddelen, Orde, netheid en brandpreventie, Nooddeuren, Stoffen en goederen, Bestrijding brandstichting.
Deze adviesbladen zijn verkrijgbaar bij TBBS.
Het Veiligheidsinstituut verzorgt ook publicaties die betrekking hebben op veilig werken. De van dit Instituut betrokken publicaties zijn de nummers: CA-621, CA-622, CA-624, CA-641, CA-692, CA-693.
Uiteraard zijn er kosten verbonden aan het aanschaffen van deze bladen, maar erg hoog zijn deze niet. Wanneer u een briefje stuurt met hetgeen u wenst, ontvangt u óf de bladen en een acceptgiro, óf een pro forma factuur, waarna de bladen u toegezonden worden, als u de factuur betaald heeft.
Rahmenempfehlung
De commissie heeft zich ook gebogen over een aanbeveling (‘Rahmenempfehlung’) gedaan door de technische commissie van de OISTAT. Hierin staan aanbevelingen voor het inrichten en beheren van theaters. Wanneer de commissie het geheel met elkaar eens is over de tekst, wordt deze in Zichtlijn gepubliceerd.
Verzoek
De commissie heeft een verzoek aan alle toneelmeesters om op ooghoogte in de nabijheid van de trekkenwand een schild met technische gegevens op te hangen. Wat zou er op een dergelijk schild moeten staan?
1. Maximale belasting van de toneelvloer per vierkante meter
2. Maximale belasting van de vloer van de orkestbak per vierkante meter, wanneer deze
a. Stilstaat en vergrendeld is
b. In beweging is
3. Maximale last die in totaal in de toneeltoren mag hangen
4. Maximale belasting per trek
5. Puntbelasting per trek
6. Maximale belasting van de losse staaldraden
7. Vermelding constructeur en/of uitvoerder en de datum van oplevering.
Een reden voor een dergelijk schild is, dat we eigenlijk te weinig gegevens direct tot onze beschikking hebben. Verder blijkt dat we niet altijd weten tot welke gewichten of belastingen iets maximaal beladen mag worden. Omgekeerd weet bijna niemand met welke gewichten hij/zij aankomt om op een vloer of in een trek los te laten. Dit is dan ook een eerste stap in de richting van veiliger werken. Het is gebruik dat men in opslagruimten op een bepaalde plek de vloerbelasting kan aflezen. Ook al is een theater geen opslagruimte, toch wordt er regelmatig decor geparkeerd.
Voor hijsinstallaties gelden nog strengere regels. Op dit soort installaties dient altijd een plaquette met gegevens aangebracht te zijn. Een trekkenwand is weliswaar geen hijsinstallatie, maar een en ander wordt met het aanbrengen van een plaquette wel helderder. Als er door het bezoekende gezelschap schade wordt veroorzaakt door een te zware belasting van trekken of vloer, dan kan de toneelmeester in ieder geval terugvallen op de plaquette: het betreffende gezelschap had kunnen weten dat er mogelijkerwijs schade zou kunnen ontstaan.
Hoe komt men nu aan de bovengenoemde gegevens? In de eerste plaats zou het bestek uitsluitsel kunnen geven. Zo niet, dan is de gewenste informatie ongetwijfeld bij de architect, adviseur, constructeur of aannemer te krijgen. Sommige commissieleden bleken toch enig speurwerk te moeten verrichten voor zij antwoord hadden op alle vragen.
Certificaat
Een ander verzoek richt de commissie tot de technici van reizende gezelschappen. Vraag bij het aanschaffen van staaldraden aan de leverancier om een certificaat (zie illustratie). Zorg ervoor dat dit certificaat bij de betreffende staaldraden is, wanneer deze mee op reis gaan.
Op deze manier weet de gezelschapstechnicus hoeveel er in een trek kan hangen, en de toneelmeester, dat het betreffende onderdeel ook inderdaad blijft hangen.
De commissie veiligheid probeert u in de toekomst op de hoogte te houden van haar bevindingen.
Adressen
Directoraat-Generaal van de Arbeid
Afd. voorlichting
Postbus 69
2270 MA Voorburg
Nederlands Normalisatie Instituut
Kalfjeslaan 2
2623 AA Delft
tel. 015-690390
Stichting Veiligheidsinstituut
De Boelelaan 32
1083 HJ Amsterdam
tel. 020-5498611
Instituut TNO voor Bouwmaterialen en Bouwconstructies
T.a.v. de heer Zorgman (of de heer Langstraat)
Postbus 49
2600 AA Delft
tel. 015-606000
TBBS
Postbus 54
3740 AB
Baarn
Bedankt, binnen enkele minuten ontvangt je een e-mail van ons met daarin een persoonlijke link. Klik op de link om een nieuw wachtwoord op te geven.